De ridder van één dag lijkt
te figureren in een verhaal
dat hij liever niet spelen wil.
We vallen allemaal wel uit de rol
van huisjesridder, wulpse jonkvrouw
zelden zijn we perfect
soms denken we het te zijn
en stevenen we af op mislukking.
De graagte van het spelen.
Het gezin, de hoofsheid, het genot
en dan de kater
niet krols maar zelfbewust
in de spiegel kijken
nergens één te vinden
spiegelen in het brakke water
kotsen
trillen zonder angst
het zwaard met graagte tillen
tot boven het hoofd
en dan het besef
dat deze heldhaftige pose
niet lang duren zal.
De spieren zijn te mak,
ridder niet langer op gemak
Dieter Bruyneel