Ik weet het nog goed. Hoe de kleine niet kon lopen. Hoe we keken naar het vallen en weer opstaan. Hoe we met de pinken de kleine vasthielden en hoopten dat uit het gestrompel de eerste stapjes zouden voortkomen. De fijne kneepjes in de vingers, geschater en dan het gebleit. “De kleine kan het nog niet” zei de papa. Hij keek naar de kleine, ik keek naar papa. De kleine zou zijn eerste stapjes zetten. Papa zou weer iets om over te babbelen hebben. Een hoogdag zou het worden; de kleine zou geëerd worden. Maar het was niet voor vandaag.
© Dieter Bruyneel